donderdag 20 november 2008

Over de regen en het woud.

Na een weekje genieten van een welverdiende vakantie is het weer tijd om het thuisfront, mijn geliefde lezers die iedere keer een bericht achterlaten na het lezen van deze prachtig geconstrueerde teksten, op de hoogte te brengen van mijn steeds boeiende avonturen. Welnu.

Vrijdag en zaterdag was er een bijeenkomst in Lima voor alle AFS-vrijwilligers die voor 6 maanden in Peru verblijven. Voor de meerderheid van hen was dit de zogenaamde "midstay", bedoeld om je ervaring even onder de loep te nemen wanneer de helft ervan reeds gepasseerd is. Zoals u reeds weet, behoor ik niet tot deze groep. Er zijn namelijk in oktober 7 Belgen aangekomen in Peru, die hier dus logischerwijs nog geen drie maanden aanwezig kunnen zijn. De rest van de groep kwam echter aan in Augustus en bestond uit: een Nederlandse, een Engelse, twee Zweedsen (grappig taaltje trouwens), twee Duitsers, 4 Fransen, nog 3 Belgischen en 5 Zwitsers. De Zwitsers beweerden allemaal vanuit het Duitstalige gedeelte te stammen, maar de klanken kwamen allerminst met Duits overeen. Als er een ding nog verschrikkelijker is dan Duits, dan is het wel de Zwitserse variant van Duits. Je zou er als het ware een trommelvliesontsteking aan overhouden. Of nog een wereldoorlog.

Gelukkig helpt AFS ons een handje om dit laatste te vermijden als vredestimulerende organisatie, zodat ik al deze mensen van naderbij heb ontmoet en ondekte dat deze brave mensen niet de minste intentie hadden om een wereldbrand te ontketenen. We verbleven in een spiritueel centrum op een uurtje van Lima - compleet met zwembad en palmbomen - om de Peruviaanse cultuur van naderbij te onderzoeken en te vergelijken met de Europese. Best interessant, maar niet echt geschikt voor na slechts één maand, vrees ik. Ook speelde een beperkte kennis van het Spaans sommigen van ons parten. Engels bleek een lingua franca, behalve voor de Fransen uiteraard.

Na twee dagen in dit luilekkerland namen we de nachtelijke bus over de Andes (4800 meter hoog) en kwamen 's ochtends aan in Pichanaki (of Pichanaqui) - het zelfverklaarde "Corazón de la Selva Central" of "Hard van het Centrale Regenwoud". Na een smakelijk ontbijt werden we opgenomen in de zondagse ceremonie voor het hijsen van de vlag. We voelden ons allemaal als de westerse attractie. De rest van de dag was voorbehouden voor descansar, rusten. AFS Perú-termen voor "niets". Pas laat in de namiddag vertrokken we met twee jeeps naar een dorp dieper in het regenwoud. We kropen in de laadbak en kwamen als zandmannetjes aan op onze bestemming... een boomhut als slaapplek. Tarzan, de plaatselijke touroperator, had deze zelf gebouwd, bood ons een maaltijd aan en een portie inheemse dans. Best grappig, maar over het gehalte van inheemsheid kan gediscussieerd worden. Later praatten we bij (in het Spaans uiteraard) met een gezellige pint.

De volgende dag vertrokken we met de jeep het woud in, wandelden we over kleine paadjes om vervolgens aan te komen op een hemelse locatie. Een waterval in het midden van dit prachtige regenwoud. Baden mocht. Twee dames (eentje verjaarde) konden zelfs met klimgorden afdalen van de waterval! De dag stond in het teken van water want tijdens de terugtocht ontdekten we waar de "regen" in "regenwoud" voor stond. U begrijpt wat ik bedoel. Anaïs, een Frans meisje, was verbaasd te horen dat "selva" in het Nederlands "bosque de la lluvia" heet - mijn persoonlijke letterlijke vertaling van, u raad het al, "regenwoud". We waren niet doorweekt noch tot op het bot verkild maar de modder had ons schoeisel wel aangetast. Ik heb nieuwe schoenen nodig, maar dat zei ik 4 maanden geleden ook al.

Het regenwoud waar we ons bevonden was niet echt het diepe woud. De Peruvianen waren in sneltempo bezig met het vernielen van de natuur en grote delen waren reeds vervangen door koffieplanten, bananenbomen of maïsplanten (in volgorde van belangrijkheid). Het idee dat zulke prachtige plekjes in Europa nog amper bestaan omdat wij ze naar de maan geholpen hebben kreeg ik niet uit mijn hoofd. Ik hoop dat men er hier voorzichtiger mee zal omgaan; maar wie kan hen een "Gouden Toekomst" vol materialisme ontzeggen? Hier blijven er tenminste nog grote stukken origineel woud over, bestaat er geen monocultuur en blijven asfaltwegen een rariteit. Aan de andere kant, misschien is dit het begin van het eind. Een moeilijk vraagstuk. Overigens ben ik erg geïnteresseerd in uw mening hierover. Laat maar horen.

Die avond - we waren reeds terug in Pichanaqui - gingen we uit in een plaatselijke bar en later een soort discotheek. Maf, onnozel, grappig, lichtelijk alcoholisch maar vooral enorm leuk. En zonder kater.

Dinsdag bezochten we een stam zogenaamde "nativos", indianen. Yeah right. Ik wil zelfs geen gokje wagen over hoeveel van hetgeen we gezien hebben echt nog tot hun cultuur behoort of louter als folklore aan de toeristen wordt getoond. De gesprekjes met de kinderen in het dorp stemmen ons echter hoopvol. Er kwamen amper toeristen langs, en ze trokken bijna dagelijks hun indianenkleding aan om te dansen, zo vertelden zij. Aan de andere kant bestond het muziekorkest uit vier mannen in vol ornaat en eentje in jeansbroek. We speelden en dansten met de kinderen, leerden een indianenspel, schoten met pijl en boog (onderstaande onderscheidde zich - wellicht niet tot uw verbazing - als een uitstekend jager die als eerste het doel trof, hoewel ik er misschien bij moet zeggen dat ik ook één van de eerste was om te proberen).

Intussen ben ik waarlijk blij dat ik terug "thuis" ben.

woensdag 12 november 2008

Analyse van een katastrofe

Na jullie allemaal goed de daver op het lijf gejaagd te hebben met deze titel, alvast deze geruststelling: het is niet ernstig. Ik heb het enkel over de Spaanse lessen. Driewerf hoera, ze zitten erop (sinds gisteren, de laatste les). Echt waar, ik wil graag Spaans leren, ik ben Spaans aan het leren, ik krijg geregeld de opmerking dat ik al best goed kan praten voor een maand geleden aangekomen te zijn... maar Spaanse les was verschrikkelijk. Laten we even kijken waarom.

1) De lerares kon enkel Spaans. Ze kon geen enkele andere taal naar behoren spreken, enkele schamele woorden in het Engels.

2) Nog tien keer zo erg: ze kon ons niet uitleggen hoe Spaans werkt. Wat ik hiermee bedoel is dat iedere taal bepaalde regels heeft welke je ontdekt door de taal veel te horen en te spreken. Bij je moedertaal leer je die regels onbewust als kind, zonder ze te kunnen uitleggen. Om een vreemde taal echter te leren, is het vaak nodig deze regels te kennen en te studeren. Bijvoorbeeld, als ik les kreeg over de subjuntivo (denk conjunctief in het Latijn of subjonctif in het Frans), dan kreeg ik oefeningen met zinnetjes waar ik een werkwoord moest invullen. De lerares kon echter alleen juist of fout zeggen, en legde me nooit uit waarom iets fout was. Eerlijk, daar ben ik weinig mee...

3) Het niveauverschil tussen mij en Linde. Ik had les samen met Linde, mijn Limburgse gezelschap hier in Trujillo, wier Spaans (eerlijk is eerlijk) tot nu toe minder goed is als het mijne. Ik heb namelijk al Spaans geleerd in Belgie en zij niet. Het duurde ongeveer twee weken voor we aparte oefening kregen.

4) Onze lerares was meer geinteresseerd in babbelen over alle mogelijk zaken die niets met de les te maken hadden, zoals daar zijn: Kerstmis, uitgaan, onze familie, Belgie... Het was overigens ook de tweede keer ooit dat ze Spaanse les gaf. De eerste keer was enkele maanden geleden aan de AFS'ers die toen aankwamen. Veel lovende verhalen hebben we daar niet over gehoord, nee.

Maar het is gedaan. Om dit heuglijke feit te vieren ben ik vandaag naar het strand gegaan. Hoera!

Dit weekend zijn we naar Lima geweest voor het feest van 50 jaar AFS. We hebben het centrum bezocht, een mooie plek aan het strand en een restaurant met de slechtste service van de eeuw. Het feest van AFS zelf was poepchique - nog nooit iets dergelijks gezien. Prachtige locatie, heerlijk eten, iedereen in pak of jurk. Dit alles veranderde na het avondmaal in een horde feestende en drinkende gekken.

Jawel, Peruvianen houden van dansen. Ik ook.

dinsdag 4 november 2008

Herfst?

De herfstvakantie is alweer voorbij (in Belgie, hier hebben we zulks niet), het klimaat in Peru heeft besloten dat het desondanks tijd is voor slecht weer. Deze week heb ik de zon nog niet gezien, en het heeft zelfs al geregend. Versta met niet verkeerd, wanneer het regent kan je hier nog gerust met een trui rondlopen want meer dan 5 minuutjes lekken doet het niet, maar toch. Regen! Ben ik terug in Belgie of zo?

Daar lijkt het overigens soms wel op. Gisteren ben ik samen met Jolien en Linde naar de fitness geweest (hoe verschrikkelijk wésters, maar ik moet toch iets doen 's avonds) om aan thai-bo te doen, maar de leraar was er niet. Geloof het of niet, mijn Spaans is intussen toch al goed genoeg om mijn geld terug te eisen - niet dat dat een probleem was overigens. Meer westerse zaken zijn: ik heb hier al meer films en televisie gekeken dan ik ooit doe in Belgie, heb internet thuis, ga uit in discotheken (van een fuif hebben ze hier nog niet het minste benul)...

Gelukig zijn er echter nog genoeg Peruviaanse zaken om het boeltje hier wat boeiend te houden. Vrijdag zijn we in Chan Chan - de plaatselijke ruine (in feite een belangrijke archeologische site, maar nuances zijn voor sissy's) naar een "Muchik" gaan kijken, een soort concert met typische dansen van de omgeving, waaronder de Marinera - Trujillo is de hoofdstad van de Marinera - best wel aardig om te zien. De gezangen waren echter bij wijlen om je steendood te vervelen, zo goed verstond ik het niet altijd en echt visueel aantrekkelijk is een onbeweeglijke zangeres moeilijk te noemen. De rest van het spektakel was echter echt de moeite.

Verder zijn we vrijdag uitgeweest in een van de discotheken hier, met een piepkleine maar uit zijn voegen barstende dansruimte maar wel honderden tafeltjes om te drinken. Een kleine eigenaardigheid in het Spaans is overigens dat er twee woorden zijn voor drinken: beber en tomar. Beber agua (water drinken) en tomar cerveza (bier drinken). Dit is niet helemaal het volledige plaatje, je kan namelijk ook tomar el micro (de bus nemen) maar je begrijpt wat ik bedoel. Ik ben hier ook al menige maal gevraagd: "¿Tomas?" - wat dus betekent "Drink je alcohol?" - het antwoord zal ik u niet onthouden, meestal het licht ironische "Poco" (weinig).

Zaterdag heb ik de stad wat verkend (te voet) - want aangezien ik hier steeds de taxi of de bus neem heb ik niet echt een idee hoe de stad in elkaar zit. 's Nachts ben ik met mijn broer naar het huis van zijn neef gegaan, we zouden uitgaan naar een feestje bij zijn nichten - waar we overigens nooit zijn aangekomen. Eerst wou hij Pisco Sour maken, maar daar horen blijkbaar eieren bij (¿Que?), dus schakelden we vlot over op Tequila (met limoen, beter dan citroen)... uiteraard met mate!

Zondag was er de typische familieuitstap, dit keer naar een restaurant waar de specialiteit eend was, best lekker. In het restaurant was er een orkestje aan het spelen, best leuk is dat mensen hier dan gewoon opstaan en even een dansje wagen... Dansen is hier erg populair. Na het eten gingen we nog naar de Country Club, een soort sportclub voor de iets rijkere mensen. Hierdoor was ik veel te laat bij de plaatselijke AFS-verantwoordelijke waar ik om vijf uur had moeten zijn. Te laat komen was echter redelijk wenselijk, ik had namelijk anderhalf uur saaie uitleg én zure taart gemist; op anderhalve minuut was ik door mijn vrienden ingelicht. De reden waarom ik bij Sofia (zo heet de steeds minder geliefde dame) moest zijn, was dat we dit weekend naar Lima gaan om de stad te bezoeken en de verjaardag van AFS te vieren. Hiervoor heb ik nog een pak nodig ("Graaf")... waarschijnlijk ga ik er morgen een huren. Echt zoiets waarvan je denkt dat je het nooit nodig zal hebben in Peru. Niets is minder waar!

Hierbij laat ik het voor deze keer. Geen commentaar over missende accentjes en threma's want op dit rottoetsenbord vind ik geen enkele van deze zaken. Ik hoor dat mijn familie een film in het Nederlands aan het bekijken is, ben zeer benieuwd.