Om mezelf te troosten vanwege de hopen sneeuw die jullie in België gezien hebben - wat een spijt dat ik hier in de blakende zon zit - ben ik dit weekend naar
Cajamarca gegaan (een stad in de bergen in het Peruviaanse binnenland). Een pracht van een stad, met een uitzonderlijk boeiende geschiedenis, met name de val van het Incarijk werd hier bewerkstelligd door Pizarro.
Mijn weekend begon eigenlijk al op donderdag, toen was er namelijk een uitstapje met de kinderen van mijn tehuis, we gingen namelijk naar het huis van een pater in het binnenland, een half uurtje met de bus. Ginds ploeterden we in een riviertje, wandelden we onder de brandende zon, speelden we volleybal, voetbal en vloer-de-blanke-jongen. Een door een vliegende schommel gewonde jongen kon de pret niet drukken. Met pijn in het hart nam ik al wat vroeger afscheid van de jongens, gezien ik de volgende dag 's middags de bus moest nemen.
Ik had me voorgenomen om vroeg te gaan slapen, toen mijn broer me vroeg of ik nog zin had om naar een karaoke te gaan. Nooit verlegen voor een spannend avontuur, gepaard met de kans om mij wederom onsterfelijk belachelijk te maken, nam ik die kans met beide handen aan. Het gebeuren vond plaats in een casino (eerste keer!) op de tweede verdieping, in een ruimte zonder one-armed bandits gelukkig. Daar bleek een heuse zangwedstrijd aan de gang te zijn, met als één van de deelnemers een oom van mijn broer (gastoom?). Hoewel hij niet won, werd het toch een plezierige avond; na de wedstrijd werd ik uitgenodigd om nog even te zingen in het Engels. Ik vrees dat enkele trommelvliezen het die avond begeven hebben.
Vrijdagmiddag vertrokken we dan naar Cajamarca. Linde, Annemarije en Nelson, de broer van Linde waren mijn reisgenoten. Na een lange, maar schilderachtige busrit kwamen we aan in de rustige bergstad. We werden opgewacht door
Bieke, een meisje dat hier in Cajamarca woont. Veel meer dan een broodje eten en het hostel zoeken zat er niet meer in voor die avond.
De volgende ochtend gingen we naar de zogenaamde baden van de Inca. Dit zijn warme baden gevuld met water dat door de vulkanische activiteit in de regio opgewarmd is tot hoge temperaturen. Met moet zelfs koud water toevoegen om het zwembad aangenaam te houden. Volgens de legende nam de Incaleider Atahualpa hier uitgebreide baden in zijn laatste dagen. Het bad bevond zich uiteraard in open lucht, door de hoogte en de felle zon waren we dan ook allemaal fel verbrand op uiteenlopende plekken. In de namiddag namen we een kijkje vanop de Mirador, waar je een wijds uitzicht op de vallei van Cajamarca en de naburige heuvels hebt. Ook de toeristische stalletjes bleken de moeite, en blijkbaar worden vrouwen het inderdaad nooit beu spullen te kopen die ze reeds in duizendvoud bezitten. Ik spreek hier over armbandjes, oorbellen en halskettingen, dames.
Zaterdag bezochten we nog een kerk en een plaatselijke bar, op zondag gingen we naar een dorpje iets verder, genaamd Otuzco - blijkbaar een populaire naam in Peru voor bergdorpjes - waar een eeuwenoude begraafplaats was. Het was echter vooral de moeite vanwege de prachtige landschappen (soms vreemd genoeg gelijkend op onze eigenste D'ardennen) en de inwoners die nog zeer traditioneel leven en ook zo gekleed gaan. De namiddag bracht ons naar een boerderij in Cajamarca zelf die ook nog traditioneel tewerk ging, waar we - overigens zeer goedkoop - verse melk konden kopen.
Die avond namen we de bus terug, dit maal een nachtbus. Midden in de nacht werden we opgeschrikt toen de bus plotseling stopte. "We" betekent hier Linde, Nelson en ik, want Annemarije sliep rustig verder. Blijkbaar was de weg afgesloten door protesterende bewonders, een probleem dat na een half uurtje was opgelost. Ze verleenden ons vrije doorgang, Nelson was erg opgelucht dat we niet beroofd waren en Annemarije werd plots wakker toen alles al voorbij was. De rest van de nacht brachten we voornamelijk slapend door.
Ik was erg tevreden terug in Trujillo te zijn, voornamelijk vanwege het zachte en aangename klimaat in mijn nieuwe thuisstad. Cajamarca bleek namelijk een erg regenachtige stad te zijn, met buien die me geregeld de opmerking ontlokten dat het klimaat er "clima belga" was. Waar ik al lang niet meer aan gewend ben.
Overigens komt Kerstmis eraan, en sommige mensen vroegen me mijn adres. Kerstkaartjes zijn altijd welkom, maar het duurt zo'n twee weken eer ze aankomen.
Luka Denies
Av. Juan Pablo II 1110
Int. A15
Trujillo
Perú