zaterdag 11 april 2009

Drie landen in drie weken. Het relaas.

Op donderdag 26 maart vertrok ik uit Trujillo.

Dit zinnetje verdient een aparte paragraaf vanwege zijn monumentale betekenis. Ik nam afscheid van mijn familie, mijn project, het AFS-programma, andere uitwisselingsstudenten en -vrijwilligers. En ik vatte een grote reis aan, die feitelijk het voorspel vormt op die andere grote reis: de terugreis.

Samen met Anneleen, het woestijnmeisje (ze woont in Chimbote, een stad in de woestijn), reisde ik naar Cusco, de hoofdstad van het vroegere Incarijk. We verbleven bij een Peruaanse jongen, Riguel, die als uitwisselingsstudent in België is geweest. Met Cusco als uitvalsbasis gingen we per bus en per trein naar Machu Picchu, één van de nieuwe zeven wereldwonderen. De eerste dag brachten we door aan de voet van deze oude stad, en beklommen een heuvel vanwaar we ze konden zien liggen. Helaas waren we nogal laat, waardoor de afdaling een gekkenwerk in de duisternis werd. Gladde houten ladders, bemodderde stenen en andere gevaren lagen op de loer. Net toen we beneden waren trad de volledige duisternis in. Van timing gesproken.

We namen de bus naar Puno, een stad aan het Titicacameer, het hoogste bevaarbare meer ter wereld. Aldaar namen we een tweedaagse tour die ons naar verscheidene eilanden op het meer bracht. Het eerste was een drijvend eiland. Er bestaat blijkbaar een soort wortel van een rietplant, die lichter is dan water. Als je een heleboel van die wortels samenbindt, krijg je een platform. Hierop kan je blijkbaar wonen. Fijn.

Daarna zagen we nog twee natuurlijke eilanden, Amantani en Taquile. Op Amantani bleven we slapen in het huisje van een plaatselijke, Quechua-sprekende familie. We aten typische lekkernijen, het voedsel bestond hoofdzakelijk uit knolvruchten (patatten en aanverwanten) en granen, met kleine hoeveelheden groenten. Op Taquile, waar we de volgende dag halt hielden, was er ook vis. We werden geïnstrueerd over de kledingsgewoonten die nog uit een pre-inkaïsche tijd stammen.

Terug in Puno spraken we af met Linde, Bieke en Anne, drie Belgische meisjes die samen met ons naar Peru zijn vertrokken. Met hen namen we de bus naar Bolivië. De eerste keer dag ik echt met douanecontroles en immigratiebureaus werd geconfronteerd, een spannende ervaring. We kwamen 's avonds aan in La Paz, de hoogste hoofdstad ter wereld - naar men mij vertelt. We boekten een driedaagse tour op de zoutvlaktes van Bolivië, en namen de bus naar Uyuni, waar deze vlaktes gelegen zijn.

De tours over de zoutvlaktes gaan in jeeps, met chauffeur en zes tot zeven touristen. Ons groepje van vijf werd dus aangevuld met twee Brazilianen, die naar eigen zeggen portuñol spraken met ons. We bezochten de enorme, uitgestrekte zoutmeren, en bezochten een eilandje met gigantische reuzencactussen. We brachten de nacht door in een hostel gebouwd met zoutblokken, en dronken uiteraard al het water voor de drie dagen al op.

De volgende dag reden we ongeveer twee uurtjes naar een dorpje genaamd San Juan. Een onderdeel van onze jeep ging stuk. Een voorbode van groter ongeluk, zou later blijken. Omdat onze chauffeur het agentschap niet aan de lijn kon krijgen, zaten we uiteindelijk de hele dag in het dorpje vast tot er een andere auto zou arriveren. Gelukkig hadden onze Braziliaanse vrienden vodka bij, was er wijn te koop en hadden we kaarten en onze verbeelding meegebracht. Een wijze man zei ooit: "Luka, zé blij da ge grappeg zij a ge zat zij". Hij had volkomen gelijk.

Na een turbulente avond en een welverdiende, quasi dromeloze nachtrust kwam de volgende ochtend eindelijk de nieuwe, langverwachte jeep aan. We konden dus, met nieuwe wagen, hernieuwde moed en een dorst als nooit tevoren onze tour hervatten - met slechts een dagje vertraging. We reden dus naar een meertje met flamingo's, door een modderig gebied. Waarop onze chauffeur zich vastreed in die modder. We stappen allemaal uit, duwen en sleuren, en onze heerlijk domme chauffeur blijft zich door dwaze manoeuvres vastrijden. Wanneer de arme man uitstapt en naar een militaire post wil wandelen, trekken we onze stoutste schoenen uit en bemannen zelf de jeep, waarop we hem op een meter na uit de modder duwen. Gelukkig kwam toen net onze chauffeur terug (de militaire post bleek bijna onbereikbaar), om zijn jeep opnieuw in de modder vast te rijden. Een hoeraatje voor die man.

We werden uit ons lijden verlost door een andere jeep, met intelligentere chauffeur én schop. We gingen dan onze tocht voortzetten via een minder modderige bergweg. Een ongeluk komt nooit alleen, driemaal is scheepsrecht en het noodlot sloeg toe: platte band. Uiteraard hadden we een reservewiel bij, maar na een kort onderzoek oordeelde de chauffeur dat die band het ook niet lang zou houden, en dat we beter terugkeerden. Voor één keer had de zielepoot het bij het juiste eind, ook die band begaf het. Wederom kwam die ándere jeep voorbij om ons uit het lijden te verlossen. Ze vonden het - aan hun flitsende fototoestellen te zien - een erg grappige situatie. Na een compleet mislukte tour keerden we terug naar Uyuni. De regen was als de tranen die ik niet liet.

We eisten ons geld terug, en bekostigden hiermee een jeep die ons naar de grens met Chili bracht. We werden nog eens afgezet omdat we in alle haast vergeten waren een rekening te vragen waar exact opstond waarvoor we betaald hadden, en moesten onze andere chauffeur van de grens tot in San Pedro ook nog eens betalen. Hoe dan ook, ik schrijf jullie nu vanuit het zonnige dorpje San Pedro de Atacama in het smalste land ter wereld en betaal hier veel te veel geld voor.

Tot volgende week.

maandag 16 maart 2009

De reisgenoten

De tijd begint te korten. Met deze bondige, maar angstwekkende mededeling wil ik deze tekst laten beginnen, want dit is de gedachte die momenteel heelder dagen als een orkaan huishoudt in mijn hoofd. Op 19 april vertrekt mijn vlucht naar België. Dat is nog ongeveer een maand, en er is nog zoveel te zien, zoveel te bezoeken, zoveel te doen. Reizen is de logische oplossing.

Het vorige weekend heb ik gespendeerd met mijn reisgenoten. Vrijdagavond nam ik de bus naar Chimbote om Anneleen te bezoeken, één van mijn medereizigsters in oktober. Later deze maand willen we naar Cuzco en Puno reizen - in de buurt van Cuzco ligt de Machu Picchu, en die moet ik uiteraard absoluut bezocht hebben alvorens zelfs maar te kunnen denken aan de terugkeer. Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om Chimbote ook maar te verkennen, onder begeleiding van andere Belgen: Anneleen, Els en Bram. Wat betreft AFS is Peru echt een Belgische kolonie, het zit hier vol.

Zaterdag moest ik reeds terugkeren van mijn korte bezoek, want die ándere reisgenoot van mij was jarig. Mijn broer Carlos - ik neem het woord gastbroer intussen al niet meer in de mond - werd 19 jaar. En dat moest gevierd worden. Een van de vrienden van Carlos bracht een hele hoop feestmateriaal, van lichten die aan het Schipperskwartier deden denken tot een reuzegrote box die het halve salon vulde. Alle vrienden en minstens de halve familie was uitgenodigd, en om 3 uur lag onze held uitgeteld op bed.

Het tweede deel van de verjaardag moest echter nog komen. Carlos wou immers reizen, dus besloten we om samen een week naar Arequipa te trekken. Maandagavond namen we de bus in Trujillo, en dinsdagmiddag het vliegtuig en Lima. We bezochten "De Witte Stad", en dronken het plaatselijke Arequipeña-bier. We trokken twee dagen naar de Colca, een prachtig stukje natuur in het binnenland van Peru, met indrukwekkende vulkanen, besneeuwde bergtoppen, een ijzingwekkend diepe canyon en een unieke biodiversiteit. Met dat laatste doel ik natuurlijk op de condors die daar hun nest hebben, en die we van dichtbij hebben kunnen aanschouwen.

Voor de rest hebben we van het nachtleven in Arequipa kunnen genieten, met onder andere een karaoke waar we duidelijk de beste zangers waren - de enigen die moeite deden dus. Ook blijkt het beste bier van Peru ginder een pak goedkoper dan in Trujillo, is er een cocktailbar met een vriendelijke barman die je alles uitlegt als je maar vraagt "wat hij je aanraadt", en menige interessante plaats om te dansen. Zondagochtend werden we - best laat - wakker en moesten we ons klaarmaken voor de terugkeer naar onze geliefde thuisstad.

Zondag werden we bruusk wakker. Een kleine aardbeving schokte de stad op. Dat soort dingen komt hier redelijk vaak voor, en meer dan een trilling voelden we niet, maar ik heb wel een ontdekking gedaan. Ik ben báng voor aardbevingen. Hoewel ik wist dat er in feite geen enkel risico bestond, was ik enorm ongerust. Pure angst. Lang geleden dat ik dat nog gevoeld had.

Intussen nadert het afscheid. Ook daar ben ik bang voor.

zaterdag 28 februari 2009

Het concept cumbia

Laatst werd ik door een attente lezer gevraagd wat in godsnaam het woord "cumbianummer" betekent. Cumbia is een soort muziek die in Latijns-Amerika immens populair is, een cumbianummer is dus een stukje muziek van het type cumbia. In het Nederlands schrijven we dan één woord, zoals bijvoorbeeld rockmuziek ook een woord is. Een cumbianummer is dus geen tropische soort priemgetallen of dergelijke.

Nu we die kleinigheid uit de weg geruimd hebben, kan ik jullie inwijden in de wondere wereld van de cumbia. Die wordt uiteraard gezongen in het Spaans (meegekweeld is, in mijn geval, een meer correcte beschrijving) en handelt in een stevige 99 procent van de gevallen over de liefde. Gebroken harten, liefdesverklaringen, geheime minnaars, klaagzangen, je kan het zo gek niet bedenken of het wordt bezongen in een, jawel, cumbianummer.

Ik geef eerlijk toe, de eerste weken vond ik het hele gedoe wel een beetje overdreven - gehoorvervuiling is een woord dat wel bij Peru hoort. In de bus, in de taxi, in de discotheek, thuis, waar je ook bent: de radio staat aan en er komt cumbia uit. Na een tijdje begon ik dat echter net fijn te vinden, het is erg aanstekelijke muziek en hoe langer ik hier ben, hoe meer ik van de teksten versta. Deze week ben ik zelfs zover gegaan dat ik een CD met 190 mp3's heb gekocht. Voor minder dan een euro.
  • Illegaal gekopieerd (check)
  • Aanmoediging van, en meewerking aan piraterij (check)
  • Erger dan downloaden, want het feitelijk aanmoedigen van handelen in illegale kopieën (check)
  • Aanmoedigen van het illegale circuit, en dus de slechte werkomstandigheden van de lokale bevolking in deze zwarte sector ondersteunen (check)
  • Moreel verwerpelijk gedrag als rijke westerling in een arm land (check).
Zo erg is het geworden, dames en heren. Maar wel een goedkope CD natuurlijk.

Gelukkig heb ik op zijn minst een kleine compensatie - boetedoening voor de religieuzen - gedaan door vrijdagnacht naar een concert te gaan van Grupo 5 en Bareto, twee enorm bekende groepen hier in Peru. Tijdens het concert staat het hele publiek dan mee te roepen, te dansen, te klappen en sfeer te maken. Geen gedrang, goedkoop bier, steengoede muziek. Dát is hoe ik mijn concerten graag geserveerd krijg. Zelfs met mijn nog steeds niet volledig herstelde knie heb ik ook enkele danspasjes mogen plaatsen. Het Zuid-Amerikaanse ritme komt er stilaan in - een held in dansen ben ik niet.

vrijdag 6 februari 2009

Estoy llorando

...estoy sufriendo, ella(s) se fue(ron). Ik huil, ik lijd, ze is (zijn) ervandoor. Een klein beetje overdrijven mag wel eens, zeker aangezien de tekst in kwestie ook een cumbianummer is. El payaso, van Papillón, een aanrader. De intelligente lezer heeft uiteraard ook al door waarover ik het heb. Maandag en dinsdag hebben Annemarije en Nora de terugkeer aangevat. Twee opeenvolgende dagen bevonden we ons met een groep vrienden en familie in het busstation. Het huilen stond me nader dan het lachen, om eerlijk te wezen. Het is triest om de mensen waarmee je enkele maanden alles gedeeld hebt, te zien vertrekken. Uiteraard hebben we de kans om later nog af te spreken, maar het blijft een afscheid. Dus ik huilde.

Om in de trieste sfeer te blijven, ook met mijn knie gaat het niet al te best. Maandag liet ik platen maken van mijn knie (blijkbaar hebben de artsen hier nog niet door dat röntgenstralen schadelijk zijn, ze bleven rustig in de buurt staan tijdens de opnames). Daaruit bleek dat de pees tussen mijn knieschijf en onderbeen nog steeds een beetje opgezwollen was, terwijl die intussen al normaal zou moeten zijn. Het harde verdict van de dokter luidde: "3 weken gips." Hierdoor zit ik nu heelder dagen thuis, kan ik voor het eerst in mijn leven genieten van de weldaad die een plaaster je biedt (dát, beste lezer, is cynisme) en over het algemeen mijn tijd besteden aan zaken die geen nut hebben. Nee, ik heb niet gehuild voor mijn plaaster, maar echt hard lachen deed ik toch ook niet.

Ik maak dan maar van de gelegenheid gebruik om mijn Spaans wat bij te schaven door middel van lectuur in deze prachtige taal. Om in het thema te blijven, ik heb net "A orillas del río Piedra me senté y lloré" gelezen. Ik hou niet zo van de religieuze thematiek in zijn boeken, maar dit juweeltje van Paulo Coelho is het al waard enkel voor die prachtige titel. De vertaling is letterlijk "Aan de oever van de rivier Piedra ging ik zitten en huilde", maar ik denk dat de officiële Nederlandse titel van het boek een beetje anders is. Ik heb nog wel een stapeltje ongelezen boeken op mijn nachtkastje liggen, dus voorlopig kom ik wel toe...

Maar ik leef, hoera!

zondag 1 februari 2009

Na regen komt zonneschijn

Na het vorige, op het randje van depressieve bericht is het tijd voor een brok ongebreideld optimisme. De situatie is intussen al enkele keren omgewenteld, gelukkig min of meer in de juiste richting.

Vorige keer vertelde ik dat het plan was mij naar Lima over te brengen voor uitgebreidere tests. Door allerlei factoren was het verkeer uit Trujillo echter redelijk druk, waardoor dit enkele dagen werd uitgesteld. Van deze gelegenheid maakten mijn ouders gebruik om me naar een "huesito", een soort masseur te brengen. "Huesito" betekent letterlijk "botje", en de man had ook enkele foto's van beender- en spierstructuren in zijn praktijk hangen, dus ik vermoed dat hij wel enige kennis van zaken had. Hij constateerde in ieder geval dat er van de vermoede infectie geen sprake was, en dat enkel mijn pezen opgezwollen waren.

Gewapend met deze nieuwe kennis trok ik naar Sofia, de AFS-presidente in Trujillo, en daarnaast ook de plaatselijke dorpsgek en bemoeial. Ik wilde uiteraard niet naar Lima gestuurd worden terwijl ik helemaal geen ernstige ziekte had. Helaas ging het mens niet echt in op mijn argumenten en vertelde ze me droogweg dat er geen stap terug was, en dat het uitstapje naar Lima intussen onvermijdelijk was, maar ze wilde me wel enkele dagen uitstel gunnen, zodat ik op zijn minst de volgende afspraak met de botjesdokter niet zou missen. De volgende dag stond ze opeens voor mijn deur met een andere dokter, die een beetje de huisdokter van AFS is hier. Hij vertelde me na enig onderzoek dat de eerdere diagnose (en dus ook mijn behandeling) foutief was, en dat er enkel sprake was van een geknelde zenus in de wervelkolom. Vandaar de pijn aan de rug, knie en voet. Een enorme opluchting maakte zich van mij meester. Hij schreef me enkele pillen voor en vertelde me nog een weekje te rusten. Maandag moet ik een radiografie van mijn knie en wervelkolom laten maken om alles uit te klaren. Ik ben vreselijk tevreden dat ik eindelijk een bevredigende analyse van mijn probleem heb, en bovendien uitzicht op het einde ervan. Ik voel me alleszins al stukken beter.

Intussen liep de laatste week af voor Nora en Annemarije. Deze jongedames hebben hun zes maanden (vijf en half eigenlijk) vervolmaakt en trekken terug naar het thuisland (Zwitserland en Nederland, respectievelijk). Gisteren hebben we dit min of meer heuglijke feit gevierd door eerst gezellig iets te gaan eten met zijn vijven, en daarna zijn we naar de gevierde Tributo-bar in het centrum geweest, samen met de Peruaanse zussen en broer van beide meisjes. Ik moet eerlijk toegeven dat de band behoorlijk hun best heeft gedaan en de sfeer zat er dan ook dik in. Een waardig afscheidsfeestje voor onze twee lotgenotes.

vrijdag 23 januari 2009

De medische mallemolen

Ongetwijfeld herinneren jullie je nog dat ik in mijn laatste bericht - laatste teken van leven - aanhaalde dat ik een probleempje met de knie had. De week die volgde spendeerde ik een hele hoop tijd in het ziekenhuis, voornamelijk wachtend tot de dokter tijd had. Er werden me enkele medicijnen toegediend en ik voelde me veel beter, als een vis in het water. Na een bloedproef, een ecografie (ik ben niet zwanger!) en een proef op het vocht dat zich in mijn opgezwollen knie had verzameld, besloot de dokter dat ik gezond was. Ik schreeuwde het uit per sms. Hoera!

Helaas, mooie liedjes duren niet lang, zo bleek al snel. De pijn in mijn knie en onderaan mijn voet keerden terug en na enkele dagen manken besloot ik toch maar opnieuw de dokter op te zoeken. Hij was nog steeds overtuigd van de diagnose die hij eerder gesteld had, maar maakte zich zorgen dat dit, zonder de nodige rust, tot een chronisch probleem zou verworden. Beelden van een verwoeste jongeling die zich met moeite op een stok kon rechthouden schoten door mijn hoofd en maanden me aan die rust wel degelijk te nemen. In feite had ik geen keuze aangezien ik op aandringen van de AFS presidente opgenomen werd in het ziekenhuis.

Er werd me verteld dat ik daar het weekend zou doorbrengen, en daarna nog enkele dagen thuis zou moeten rusten, totdat de zwelling verdwenen was. Intussen zouden ze me nog meer medicijnen geven en enkele proeven uitvoeren om tot in detail te weten wat er juist gebeurde. De twee dagen bleken uiteindelijk bijna een week te zijn. Woensdag besloten we dat ik de volgende dag naar huis zou gaan, en dit weekend word ik overgebracht naar Lima voor meer proeven - alle proeven hebben tot nog toe een negatief resultaat opgeleverd. Wat betekent dat er gelukkig geen bacteriën of andere rotzooi in mijn knie zit, maar dat men niet echt een effectieve behandeling kan voorstellen.

Die nacht, van woensdag op donderdag, besloot een wrede rover dat het best rechtvaardig en vooral snugger zou zijn om die zieke westerling te bestelen en ontvreemdde dan ook mijn GSM en fototoestel. Daarenboven duurde het een halve dag om mij uit het ziekenhuis te halen, hier moet je dan eerst alle rekeningen vereffenen en dat bleek een monnikenwerk. Momenteel zit ik dus thuis, mag ik het huis niet uit, en heb ik geen middelen om te communiceren met de buitenwereld. Vermoedelijk word ik maandag naar Lima gebracht voor drie of vier dagen. Daarna weet niemand hoelang ik nog het bed zal moeten houden.

Klote.

maandag 5 januari 2009

De Zogenaamde Vrolijke Feestdagen

Ik wou het cliché van de goede gezondheid per se weglaten uit mijn nieuwjaarswensen voor jullie (ik heb namelijk een broertje dood aan clichés), maar dat bleek een onvergetelijke misser te zijn. Sedert enige dagen verkeer ik namelijk min of meer in de onmogelijkheid om te stappen. Om concreet te zijn, mijn knie is opgezwollen, mijn kuit zit heel erg strak en doet pijn, en mijn linkerbeen valt dus amper nog te plooien, laat staan op een praktische manier bewegen om te wandelen.

Waarop mijn familie gisteren besloot me naar het ziekenhuis te voeren. Ik moet toegeven dat deze kliniek me niet evenveel vertrouwen inboezemde als die in België. Alles zag er net een beetje smeriger en minder professioneel uit. De dokter die mij hoorde te onderzoeken praatte eerst 5 minuten met mij (is er overigens iemand in het publiek die weet wat "kuit" betekent in het Spaans?) - en had meteen haar conclusie klaar. Op zich is dat natuurlijk bewonderenswaardig, ware het niet dat ik ook graag heb dat een arts even een onderzoek doet in plaats van te vertrouwen op wat een vreemdeling in een taal die niet de zijne is komt uitleggen. Een onderzoekje van een halve minuut veranderde overigens haar mening over het kwetsuur. De oplossing bestond uit het toedienen van een spuitje, driemaal in drie dagen. Ik was niet echt blij, maar de dokter weet het beter, en ik geef eerlijk toe dat ik me vandaag al veel beter voel. Ik kan wandelen, en morgen hopelijk opnieuw gaan werken. Vandaag ga ik naar alle waarschijnlijkheid naar een "echte" dokter, met mijn gastmoeder.

Ondanks dit alles ben ik me ervan bewust dat ik jullie nog het relaas van "mijn" feestdagen schuldig ben. Op 23 december was er een kerstfeest in Hogar San José, waar ik samen met Annemarije en Mathieu (de Hollandse en de Waal, kwestie van het geheugen op te frissen) naartoe ben geweest. Mathieu en ik hebben zelfs onze opwachting gemaakt in het theaterstuk ter ere van de geboorte van Christus als ware koningen. Voor de geïnteresseerden: "Somos los tres reyes magos que venimos del Oriente, siguiendo una estrella que ha anunciado que nacerá un niño que será el salvador del mundo. [...] Soy el rey Gaspar, traigo mirra, para adornar al niño como hombre." Te lui om te vertalen, helaas. De kinderen werden na verscheidene opvoeringen uitbundig getrakteerd op speelgoed - wat resulteerde in een verschikkelijk elektronisch lawaai.

De dag erna (die van Kerstavond dus) zijn ik en Annemarije eerst nog naar het tehuis gegaan, om daarna ieder naar onze familie te gaan. Met Kerstmis blijkt het hier gebruikelijk te zijn om een bepaald soort broodjes (pan de yema) te eten, waardoor er een ware stormloop plaatsvindt naar de bakkerijen. Aangezien mijn familie enkele bakkerijen bezit, werd ik ingezet om mee broodjes te verkopen. Op zich vond ik dat best leuk, maar helaas vertrouwt de massa hier blijkbaar geen gringo's. Om de haverklap werd ik expliciet gevraagd hoeveel broodjes ik in hun zak had gedaan - en werd er dus geïnsinueerd dat ik niet kan tellen. Wel, beste mensen, daar word ik dus furieus van. Gelukkig ben ik maar één keer mijn geduld verloren en heb ik mijn stem toen maar lichtjes verheft. 's Avonds was er een klein feestje thuis, met de familie en een paar genodigden. Eerst aten we kalkoen, het brood dat ik al een hele dag verkocht had, dronken we chocolade melk en daarna een stukje panetón. Daarna was het cadeautjestijd. Best grappig, mijn kleine nichtje had meer dan de helft van de cadeaus gekregen (in aantal en zeker in grootte), waarna mijn zus zich een uur bezighield met het ineenzetten van al dat moois. Onder luide commentaar van vader en broers, dat wel.

De dag van Kerstmis zelf brachten we door in het strandhuis dat de familie deelt. Het merendeel van de ooms, tantes, neven en nichten waren er ook, maar er was helemaal geen feest of gezamenlijke maaltijd. Iedereen zat gewoon lekker te babbelen, te spelen, te sporten... Ik heb voor de allereerste keer in de Stille Oceaan gezwommen op Kerstmis, klinkt ook best cool (surflessen tellen niet, aangezien je dan een wetsuit aanhebt).

Vervolgens even in fastforward naar Nieuwjaar. Dat hebben we eerst in familiale kring doorgebracht, mijn familie was echter de druiven vergeten die je normaal gezien in je mond stopt om twaalf uur (twaalf druiven, één voor elke maand of zo), die traditie ging dus volledig de mist in. Om 1 uur ging ik met mijn broer en een vriendin van hem naar Huanchaco (het naburige strandplaatsje), waar Linde, Nora en Annemarije zich al bevonden. We hebben ons ginds ontzettende geamuseerd, maar het resultaat was wel dat ik mijn straalbezopen broer in de taxi naar huis mocht voeren. Goed gelachen eigenlijk. En zeg nu zelf, Nieuwjaar in openlucht aan het strand, wie kan dat zeggen?

dinsdag 30 december 2008

Ik wens je...

  • 2009 maal een glimlach om het onverwachte
  • 2009 keer de moed om te zeggen waar het op staat
  • 2009 zonnestralen op je lichaam
  • 2009 lichtjes in de duisternis
  • 2009 momenten om alles even te laten bezinken
  • 2009 vrienden zoals de mijne
  • 2009 keer de wijsheid om het zo te laten
  • 2009 dromen die het waard zijn om na te streven
  • 2009 gelukkige ogenblikken met diegenen die je dierbaar zijn
  • 2009 onbekenden die je begroeten
  • 2009 vlinders aan je vensterraam
  • 2009 maal de kracht om de juiste beslissing te nemen
  • 2009 toevallige ontmoetingen met een oude vriend, kennis, collega of geliefde
  • 2009 sterren die het pad verlichten
  • 2009 keer de kracht om toe te geven dat je fout zat
  • 2009 kansen om te genieten van wat mooi is
  • 2009 lieve woorden
1 januari 2009, Trujillo, Peru

Luka

donderdag 18 december 2008

Bijna katholiek

Neem van mij aan dat "bijna" het sleutelwoord van de titel is. Nog steeds even ongelovig als altijd, en lichtjes vijandig tegenover het instituut de Kerk - vanwege begane misdaden door de eeuwen heen, waarover ik nu niet zal uitwijden - ben ik toch een heel klein beetje opgenomen in de wat meer katholieke wereld die Peru nu eenmaal is.

Vorige vrijdag was de zilveren bruiloft van een oom van me hier. Voor de mensen die wat minder bekend zijn met tradities: zo noemen ze het als je 25 jaar getrouwd bent. Ja, zilveren bruiloft. Ja, een gouden bruiloft bestaat ook. En een platina ook. En er is meer! In ieder geval, het hele gebeuren was gekoppeld aan een mis in de avond, die ik bijgewoond heb met mijn broer en een vriend. Ik kan niet beweren dat het echt boeiend was, het hele gegeven "eucharistieviering" geeft me al de kriebels, en een Spaanstalige priester aan het andere eind van de kerk is niet echt bevorderlijk voor de interesse. Hoe dan ook, deze mis werd gevolgd door een groots feest met avondmaal en dans tot in de vroege uurtjes. Uiteraard werd ik aangestaard als blanke idioot die niet echt een begaafde danser is. Ik neem aan dat dit gaat met vallen en opstaan. Vooral veel vallen.

De volgende katholieke activiteit was - iets straffer toch - het ondernemen van een bedevaart. "Waarheen?" is ongetwijfeld de vraag die onmiddelijk opduikt in je hersenpan. Scherpenheuvel of Lourdes zijn namelijk niet meteen bij de deur. Otuzco is dat echter wel. Om zes uur 's avonds vertrokken mijn broer Carlos, diens halfbroer Heyner, een vriend genaamd Jhousep en ik vanuit een plaats op ongeveer de helft van de weg tussen Trujillo en Otuzco. Het eerste deel wandelden we op een zandweg, wat best avontuurlijk was. Op een gegeven moment hadden we een binnenweggetje genomen, toen we een andere zaklamp zagen. Wanneer we de eigenaar hiervan zagen rennen, vluchtten we weg, vrezend voor rovers. We lieten onze lichten uit, renden door de struiken, namen binnenwegen en lieten uiteindelijk de achtervolgers achter ons ... alleen om bij de volgende rustpauze te ontdekken dat ze ook wandelaars waren. Het moge duidelijk zijn dat het avontuur een grotere reden was voor onze tocht dan het geloof.

We kwamen aan om vier uur in de ochtend, om te ontdekken dat er nog enorm veel volk op straat was. Het stadsplein lag bomvol al dan niet slapende mensen, overal stonden kraampjes, de kerk was overbevolkt en op het plein stonden enorme houten staketsels. We besloten om toch even van een korte nachtrust te genieten in het huis van de grootmoeder en legden ons daar te slapen, temidden van een grote groep andere reizigers. Een deel van de familie was immer met de auto gekomen om te genieten van het feest. De volgende dag gingen we opnieuw kijken, dronken enkele biertjes - de rest dan, ik drink niet op maandagen. Genoten van een vuurwerkschouwspel aan de houten torens en namen de taxi terug. De arme taxibestuurder werd door de corrupte politie viermaal tegengehouden "om de papieren te controleren". Wat uiteraard een smoes is om de man min of meer te beroven, ik geloof dat hij tijdens de rit meer is kwijtgeraakt dan dat hij heeft verdiend aan ons.

Intussen begin ik al een beetje in de kerstsfeer te raken - alweer zoiets christelijks - ook ons tehuis is al prachtig versierd met uiteenlopende zaken (Sneeuwmannen, iemand?). Ik heb, zoals steeds, geen enkel idee welke kerstgeschenken ik zal kopen, maar de inspiratie zal me op het geschikte moment hopelijk wel redden.

Aldus dringt het katholicisme mijn wereld binnen, en probeer ik krampachtig er niet al te zeer door beïnvloed te worden, wat gelukkig niet echt moeilijk is met een allesbehalve fanatieke familie. Driewerf hoera?

Edit: Overigens wou ik ook nog even laten weten dat mocht ik - tegen alle verwachtingen in - ooit toch sterven, ik dan niet op een christelijk kerkhof begraven wens te worden, noch in een kerk herdacht.

Luka

dinsdag 9 december 2008

Over vlinders

Gezien ik onlangs het Spaanse woord voor vlinder te weten ben gekomen, en rekening houdend met de aanhoudende jammerklachten dat deze pagina al te vaak gevuld wordt met cynische gedachten, heb ik besloten om dit keer mijn bericht aan dat prachtige dier te wijden: de vlinder. Overigens zou ik graag nog de opmerking maken dat, hoewel ik hier vaak de hoogmis van het sarcasme lijk te vieren, het hier wel degelijk geweldig is. En ik geniet er met volle teugen van. En ik heb nog steeds hoop in een betere wereld. Beter zo?

Goed, vlinders dus. Ik ken intussen de vertaling voor dit woord in vijf talen, dus zal ik een klassement omtrent de klank van het woord in deze verschillende talen, uiteraard aangevuld met een klein woordje uitleg. Spannend, inderdaad.

1. Mariposa (Spaans)
Geweldig vind ik dit woord. De warme klinkers geven een heel kleurig beeld van de vlindervleugels, en de korte lettergrepen geven het idee van gefladder. Cum Laude.

2. Vlinder (Nederlands)
Misschien verrassend, maar dit woord verdient de tweede plaats vanwege zijn vrolijke i-klank in combinatie met de zachte, haast vloeibare medeklinkers. Het centrale deel -nd- klinkt wederom als het op en neer bewegen van de vleugels, en het schokkerige bewegen van bloem naar bloem.

3. Papillon (Frans)
Hoewel de klinkers meer kleur hebben dan in het Nederlands - wellicht typisch voor Romaanse talen - doet het woordeinde deze vlinder de das om. Dit klinkt gewoon veel te dof en doods voor een lieve vlinder.

4. Butterfly (Engels)
Dit woord zit gewoon niet goed, de betekenis raakt kant nog wal (welke boter, welke vlieg?), de klinkers zijn fout en geven in ieder geval niet zo'n vrolijk idee mee. De medeklinkers vallen al bij al nog mee, met een beetje fantasie hoor je het gefladder ook wel.

...

100. Schmetterling (Duits)
Klinkt meer als een tot de tanden bewapende oorlogshelikopter. Of een volautomatisch machinegeweer, monteerbaar op allerhande legervoertuigen. Dit ligt mijlenver van de juiste klankkleur.

Het zal jullie misschien interesseren d at ik ook teenslippers met vlindermotief heb gekocht hier, prachtig zijn ze (en ook goedkoop trouwens). Met deze nieuwe aankoop aan de voeten ga ik ook geregeld naar de surfles, we hebben de eerste al achter de rug. Echt geweldig, rechtstaan op die plank en de golf onder je voelen duwen. Dat alles met de ondergaande zon in je rug.

Vorige week hebben we ook nog de verjaardag van Linde gevierd, wat een leuke dag opleverde. Uiteraard niet hetzelfde als thuis, maar hopelijk hebben we haar toch een beetje het verjaardagsgevoel kunnen bezorgen. In de voormiddag ging iedereen gewoon werken, waarna we veinsden allemaal naar huis te gaan omdat haar familie haar alleen mee uit eten zou nemen. Niets was minder waar, we zaten namelijk te wachten in het restaurant - briljant complot. Met volle maag vertrokken we per bus naar Huanchaco, waar de volgende verrassing haar wachtte (had ze zelfs om gevraagd trouwens). Deze verrassing bestond uit een ritje in een typisch rieten bootje, naar verluid gemaakt volgens de eeuwenoude tradities op de manier van de oude Peruanen. Vervolgens dronken we een sapje (desgewenst cocktail of bier), keerden we terug naar Trujillo en doken het nachtleven in. Wat erin bestond een quasi lege bar binnen te gaan, meer te drinken en onnozel te dansen tot elf uur 's avonds. De volgende ochtend stond ons namelijk weer een bende losgelaten kinderen te wachten.

En aldus glijdt het leven hier in Peru ook weer voort... vol plezier en vol leven.

Een portie liefde voor jullie allemaal,
een vlinder in je tuin,
Luka

dinsdag 2 december 2008

Clima belga

Om mezelf te troosten vanwege de hopen sneeuw die jullie in België gezien hebben - wat een spijt dat ik hier in de blakende zon zit - ben ik dit weekend naar Cajamarca gegaan (een stad in de bergen in het Peruviaanse binnenland). Een pracht van een stad, met een uitzonderlijk boeiende geschiedenis, met name de val van het Incarijk werd hier bewerkstelligd door Pizarro.

Mijn weekend begon eigenlijk al op donderdag, toen was er namelijk een uitstapje met de kinderen van mijn tehuis, we gingen namelijk naar het huis van een pater in het binnenland, een half uurtje met de bus. Ginds ploeterden we in een riviertje, wandelden we onder de brandende zon, speelden we volleybal, voetbal en vloer-de-blanke-jongen. Een door een vliegende schommel gewonde jongen kon de pret niet drukken. Met pijn in het hart nam ik al wat vroeger afscheid van de jongens, gezien ik de volgende dag 's middags de bus moest nemen.

Ik had me voorgenomen om vroeg te gaan slapen, toen mijn broer me vroeg of ik nog zin had om naar een karaoke te gaan. Nooit verlegen voor een spannend avontuur, gepaard met de kans om mij wederom onsterfelijk belachelijk te maken, nam ik die kans met beide handen aan. Het gebeuren vond plaats in een casino (eerste keer!) op de tweede verdieping, in een ruimte zonder one-armed bandits gelukkig. Daar bleek een heuse zangwedstrijd aan de gang te zijn, met als één van de deelnemers een oom van mijn broer (gastoom?). Hoewel hij niet won, werd het toch een plezierige avond; na de wedstrijd werd ik uitgenodigd om nog even te zingen in het Engels. Ik vrees dat enkele trommelvliezen het die avond begeven hebben.

Vrijdagmiddag vertrokken we dan naar Cajamarca. Linde, Annemarije en Nelson, de broer van Linde waren mijn reisgenoten. Na een lange, maar schilderachtige busrit kwamen we aan in de rustige bergstad. We werden opgewacht door Bieke, een meisje dat hier in Cajamarca woont. Veel meer dan een broodje eten en het hostel zoeken zat er niet meer in voor die avond.

De volgende ochtend gingen we naar de zogenaamde baden van de Inca. Dit zijn warme baden gevuld met water dat door de vulkanische activiteit in de regio opgewarmd is tot hoge temperaturen. Met moet zelfs koud water toevoegen om het zwembad aangenaam te houden. Volgens de legende nam de Incaleider Atahualpa hier uitgebreide baden in zijn laatste dagen. Het bad bevond zich uiteraard in open lucht, door de hoogte en de felle zon waren we dan ook allemaal fel verbrand op uiteenlopende plekken. In de namiddag namen we een kijkje vanop de Mirador, waar je een wijds uitzicht op de vallei van Cajamarca en de naburige heuvels hebt. Ook de toeristische stalletjes bleken de moeite, en blijkbaar worden vrouwen het inderdaad nooit beu spullen te kopen die ze reeds in duizendvoud bezitten. Ik spreek hier over armbandjes, oorbellen en halskettingen, dames.

Zaterdag bezochten we nog een kerk en een plaatselijke bar, op zondag gingen we naar een dorpje iets verder, genaamd Otuzco - blijkbaar een populaire naam in Peru voor bergdorpjes - waar een eeuwenoude begraafplaats was. Het was echter vooral de moeite vanwege de prachtige landschappen (soms vreemd genoeg gelijkend op onze eigenste D'ardennen) en de inwoners die nog zeer traditioneel leven en ook zo gekleed gaan. De namiddag bracht ons naar een boerderij in Cajamarca zelf die ook nog traditioneel tewerk ging, waar we - overigens zeer goedkoop - verse melk konden kopen.

Die avond namen we de bus terug, dit maal een nachtbus. Midden in de nacht werden we opgeschrikt toen de bus plotseling stopte. "We" betekent hier Linde, Nelson en ik, want Annemarije sliep rustig verder. Blijkbaar was de weg afgesloten door protesterende bewonders, een probleem dat na een half uurtje was opgelost. Ze verleenden ons vrije doorgang, Nelson was erg opgelucht dat we niet beroofd waren en Annemarije werd plots wakker toen alles al voorbij was. De rest van de nacht brachten we voornamelijk slapend door.

Ik was erg tevreden terug in Trujillo te zijn, voornamelijk vanwege het zachte en aangename klimaat in mijn nieuwe thuisstad. Cajamarca bleek namelijk een erg regenachtige stad te zijn, met buien die me geregeld de opmerking ontlokten dat het klimaat er "clima belga" was. Waar ik al lang niet meer aan gewend ben.

Overigens komt Kerstmis eraan, en sommige mensen vroegen me mijn adres. Kerstkaartjes zijn altijd welkom, maar het duurt zo'n twee weken eer ze aankomen.

Luka Denies
Av. Juan Pablo II 1110
Int. A15
Trujillo
Perú

donderdag 20 november 2008

Over de regen en het woud.

Na een weekje genieten van een welverdiende vakantie is het weer tijd om het thuisfront, mijn geliefde lezers die iedere keer een bericht achterlaten na het lezen van deze prachtig geconstrueerde teksten, op de hoogte te brengen van mijn steeds boeiende avonturen. Welnu.

Vrijdag en zaterdag was er een bijeenkomst in Lima voor alle AFS-vrijwilligers die voor 6 maanden in Peru verblijven. Voor de meerderheid van hen was dit de zogenaamde "midstay", bedoeld om je ervaring even onder de loep te nemen wanneer de helft ervan reeds gepasseerd is. Zoals u reeds weet, behoor ik niet tot deze groep. Er zijn namelijk in oktober 7 Belgen aangekomen in Peru, die hier dus logischerwijs nog geen drie maanden aanwezig kunnen zijn. De rest van de groep kwam echter aan in Augustus en bestond uit: een Nederlandse, een Engelse, twee Zweedsen (grappig taaltje trouwens), twee Duitsers, 4 Fransen, nog 3 Belgischen en 5 Zwitsers. De Zwitsers beweerden allemaal vanuit het Duitstalige gedeelte te stammen, maar de klanken kwamen allerminst met Duits overeen. Als er een ding nog verschrikkelijker is dan Duits, dan is het wel de Zwitserse variant van Duits. Je zou er als het ware een trommelvliesontsteking aan overhouden. Of nog een wereldoorlog.

Gelukkig helpt AFS ons een handje om dit laatste te vermijden als vredestimulerende organisatie, zodat ik al deze mensen van naderbij heb ontmoet en ondekte dat deze brave mensen niet de minste intentie hadden om een wereldbrand te ontketenen. We verbleven in een spiritueel centrum op een uurtje van Lima - compleet met zwembad en palmbomen - om de Peruviaanse cultuur van naderbij te onderzoeken en te vergelijken met de Europese. Best interessant, maar niet echt geschikt voor na slechts één maand, vrees ik. Ook speelde een beperkte kennis van het Spaans sommigen van ons parten. Engels bleek een lingua franca, behalve voor de Fransen uiteraard.

Na twee dagen in dit luilekkerland namen we de nachtelijke bus over de Andes (4800 meter hoog) en kwamen 's ochtends aan in Pichanaki (of Pichanaqui) - het zelfverklaarde "Corazón de la Selva Central" of "Hard van het Centrale Regenwoud". Na een smakelijk ontbijt werden we opgenomen in de zondagse ceremonie voor het hijsen van de vlag. We voelden ons allemaal als de westerse attractie. De rest van de dag was voorbehouden voor descansar, rusten. AFS Perú-termen voor "niets". Pas laat in de namiddag vertrokken we met twee jeeps naar een dorp dieper in het regenwoud. We kropen in de laadbak en kwamen als zandmannetjes aan op onze bestemming... een boomhut als slaapplek. Tarzan, de plaatselijke touroperator, had deze zelf gebouwd, bood ons een maaltijd aan en een portie inheemse dans. Best grappig, maar over het gehalte van inheemsheid kan gediscussieerd worden. Later praatten we bij (in het Spaans uiteraard) met een gezellige pint.

De volgende dag vertrokken we met de jeep het woud in, wandelden we over kleine paadjes om vervolgens aan te komen op een hemelse locatie. Een waterval in het midden van dit prachtige regenwoud. Baden mocht. Twee dames (eentje verjaarde) konden zelfs met klimgorden afdalen van de waterval! De dag stond in het teken van water want tijdens de terugtocht ontdekten we waar de "regen" in "regenwoud" voor stond. U begrijpt wat ik bedoel. Anaïs, een Frans meisje, was verbaasd te horen dat "selva" in het Nederlands "bosque de la lluvia" heet - mijn persoonlijke letterlijke vertaling van, u raad het al, "regenwoud". We waren niet doorweekt noch tot op het bot verkild maar de modder had ons schoeisel wel aangetast. Ik heb nieuwe schoenen nodig, maar dat zei ik 4 maanden geleden ook al.

Het regenwoud waar we ons bevonden was niet echt het diepe woud. De Peruvianen waren in sneltempo bezig met het vernielen van de natuur en grote delen waren reeds vervangen door koffieplanten, bananenbomen of maïsplanten (in volgorde van belangrijkheid). Het idee dat zulke prachtige plekjes in Europa nog amper bestaan omdat wij ze naar de maan geholpen hebben kreeg ik niet uit mijn hoofd. Ik hoop dat men er hier voorzichtiger mee zal omgaan; maar wie kan hen een "Gouden Toekomst" vol materialisme ontzeggen? Hier blijven er tenminste nog grote stukken origineel woud over, bestaat er geen monocultuur en blijven asfaltwegen een rariteit. Aan de andere kant, misschien is dit het begin van het eind. Een moeilijk vraagstuk. Overigens ben ik erg geïnteresseerd in uw mening hierover. Laat maar horen.

Die avond - we waren reeds terug in Pichanaqui - gingen we uit in een plaatselijke bar en later een soort discotheek. Maf, onnozel, grappig, lichtelijk alcoholisch maar vooral enorm leuk. En zonder kater.

Dinsdag bezochten we een stam zogenaamde "nativos", indianen. Yeah right. Ik wil zelfs geen gokje wagen over hoeveel van hetgeen we gezien hebben echt nog tot hun cultuur behoort of louter als folklore aan de toeristen wordt getoond. De gesprekjes met de kinderen in het dorp stemmen ons echter hoopvol. Er kwamen amper toeristen langs, en ze trokken bijna dagelijks hun indianenkleding aan om te dansen, zo vertelden zij. Aan de andere kant bestond het muziekorkest uit vier mannen in vol ornaat en eentje in jeansbroek. We speelden en dansten met de kinderen, leerden een indianenspel, schoten met pijl en boog (onderstaande onderscheidde zich - wellicht niet tot uw verbazing - als een uitstekend jager die als eerste het doel trof, hoewel ik er misschien bij moet zeggen dat ik ook één van de eerste was om te proberen).

Intussen ben ik waarlijk blij dat ik terug "thuis" ben.

woensdag 12 november 2008

Analyse van een katastrofe

Na jullie allemaal goed de daver op het lijf gejaagd te hebben met deze titel, alvast deze geruststelling: het is niet ernstig. Ik heb het enkel over de Spaanse lessen. Driewerf hoera, ze zitten erop (sinds gisteren, de laatste les). Echt waar, ik wil graag Spaans leren, ik ben Spaans aan het leren, ik krijg geregeld de opmerking dat ik al best goed kan praten voor een maand geleden aangekomen te zijn... maar Spaanse les was verschrikkelijk. Laten we even kijken waarom.

1) De lerares kon enkel Spaans. Ze kon geen enkele andere taal naar behoren spreken, enkele schamele woorden in het Engels.

2) Nog tien keer zo erg: ze kon ons niet uitleggen hoe Spaans werkt. Wat ik hiermee bedoel is dat iedere taal bepaalde regels heeft welke je ontdekt door de taal veel te horen en te spreken. Bij je moedertaal leer je die regels onbewust als kind, zonder ze te kunnen uitleggen. Om een vreemde taal echter te leren, is het vaak nodig deze regels te kennen en te studeren. Bijvoorbeeld, als ik les kreeg over de subjuntivo (denk conjunctief in het Latijn of subjonctif in het Frans), dan kreeg ik oefeningen met zinnetjes waar ik een werkwoord moest invullen. De lerares kon echter alleen juist of fout zeggen, en legde me nooit uit waarom iets fout was. Eerlijk, daar ben ik weinig mee...

3) Het niveauverschil tussen mij en Linde. Ik had les samen met Linde, mijn Limburgse gezelschap hier in Trujillo, wier Spaans (eerlijk is eerlijk) tot nu toe minder goed is als het mijne. Ik heb namelijk al Spaans geleerd in Belgie en zij niet. Het duurde ongeveer twee weken voor we aparte oefening kregen.

4) Onze lerares was meer geinteresseerd in babbelen over alle mogelijk zaken die niets met de les te maken hadden, zoals daar zijn: Kerstmis, uitgaan, onze familie, Belgie... Het was overigens ook de tweede keer ooit dat ze Spaanse les gaf. De eerste keer was enkele maanden geleden aan de AFS'ers die toen aankwamen. Veel lovende verhalen hebben we daar niet over gehoord, nee.

Maar het is gedaan. Om dit heuglijke feit te vieren ben ik vandaag naar het strand gegaan. Hoera!

Dit weekend zijn we naar Lima geweest voor het feest van 50 jaar AFS. We hebben het centrum bezocht, een mooie plek aan het strand en een restaurant met de slechtste service van de eeuw. Het feest van AFS zelf was poepchique - nog nooit iets dergelijks gezien. Prachtige locatie, heerlijk eten, iedereen in pak of jurk. Dit alles veranderde na het avondmaal in een horde feestende en drinkende gekken.

Jawel, Peruvianen houden van dansen. Ik ook.

dinsdag 4 november 2008

Herfst?

De herfstvakantie is alweer voorbij (in Belgie, hier hebben we zulks niet), het klimaat in Peru heeft besloten dat het desondanks tijd is voor slecht weer. Deze week heb ik de zon nog niet gezien, en het heeft zelfs al geregend. Versta met niet verkeerd, wanneer het regent kan je hier nog gerust met een trui rondlopen want meer dan 5 minuutjes lekken doet het niet, maar toch. Regen! Ben ik terug in Belgie of zo?

Daar lijkt het overigens soms wel op. Gisteren ben ik samen met Jolien en Linde naar de fitness geweest (hoe verschrikkelijk wésters, maar ik moet toch iets doen 's avonds) om aan thai-bo te doen, maar de leraar was er niet. Geloof het of niet, mijn Spaans is intussen toch al goed genoeg om mijn geld terug te eisen - niet dat dat een probleem was overigens. Meer westerse zaken zijn: ik heb hier al meer films en televisie gekeken dan ik ooit doe in Belgie, heb internet thuis, ga uit in discotheken (van een fuif hebben ze hier nog niet het minste benul)...

Gelukig zijn er echter nog genoeg Peruviaanse zaken om het boeltje hier wat boeiend te houden. Vrijdag zijn we in Chan Chan - de plaatselijke ruine (in feite een belangrijke archeologische site, maar nuances zijn voor sissy's) naar een "Muchik" gaan kijken, een soort concert met typische dansen van de omgeving, waaronder de Marinera - Trujillo is de hoofdstad van de Marinera - best wel aardig om te zien. De gezangen waren echter bij wijlen om je steendood te vervelen, zo goed verstond ik het niet altijd en echt visueel aantrekkelijk is een onbeweeglijke zangeres moeilijk te noemen. De rest van het spektakel was echter echt de moeite.

Verder zijn we vrijdag uitgeweest in een van de discotheken hier, met een piepkleine maar uit zijn voegen barstende dansruimte maar wel honderden tafeltjes om te drinken. Een kleine eigenaardigheid in het Spaans is overigens dat er twee woorden zijn voor drinken: beber en tomar. Beber agua (water drinken) en tomar cerveza (bier drinken). Dit is niet helemaal het volledige plaatje, je kan namelijk ook tomar el micro (de bus nemen) maar je begrijpt wat ik bedoel. Ik ben hier ook al menige maal gevraagd: "¿Tomas?" - wat dus betekent "Drink je alcohol?" - het antwoord zal ik u niet onthouden, meestal het licht ironische "Poco" (weinig).

Zaterdag heb ik de stad wat verkend (te voet) - want aangezien ik hier steeds de taxi of de bus neem heb ik niet echt een idee hoe de stad in elkaar zit. 's Nachts ben ik met mijn broer naar het huis van zijn neef gegaan, we zouden uitgaan naar een feestje bij zijn nichten - waar we overigens nooit zijn aangekomen. Eerst wou hij Pisco Sour maken, maar daar horen blijkbaar eieren bij (¿Que?), dus schakelden we vlot over op Tequila (met limoen, beter dan citroen)... uiteraard met mate!

Zondag was er de typische familieuitstap, dit keer naar een restaurant waar de specialiteit eend was, best lekker. In het restaurant was er een orkestje aan het spelen, best leuk is dat mensen hier dan gewoon opstaan en even een dansje wagen... Dansen is hier erg populair. Na het eten gingen we nog naar de Country Club, een soort sportclub voor de iets rijkere mensen. Hierdoor was ik veel te laat bij de plaatselijke AFS-verantwoordelijke waar ik om vijf uur had moeten zijn. Te laat komen was echter redelijk wenselijk, ik had namelijk anderhalf uur saaie uitleg én zure taart gemist; op anderhalve minuut was ik door mijn vrienden ingelicht. De reden waarom ik bij Sofia (zo heet de steeds minder geliefde dame) moest zijn, was dat we dit weekend naar Lima gaan om de stad te bezoeken en de verjaardag van AFS te vieren. Hiervoor heb ik nog een pak nodig ("Graaf")... waarschijnlijk ga ik er morgen een huren. Echt zoiets waarvan je denkt dat je het nooit nodig zal hebben in Peru. Niets is minder waar!

Hierbij laat ik het voor deze keer. Geen commentaar over missende accentjes en threma's want op dit rottoetsenbord vind ik geen enkele van deze zaken. Ik hoor dat mijn familie een film in het Nederlands aan het bekijken is, ben zeer benieuwd.

dinsdag 28 oktober 2008

En toen at ik cavia.

Het is een boeiend weekend geworden voor mij. Zaterdag was er een uitstap met AFS naar Otuzco, een stad die meer in het binnenland gelegen is, in de Sierra (bergen) dus. We gingen met bijna alles intercambios (alle mensen op uitwisselingservaring, moeilijk adequaat te vertalen) en enkele gastbroers van via de bus naar Otuzco. Dit alles werd georganiseerd door Sofia, het plaatselijke hoofd van AFS.

Onderweg zagen we veel van het prachtige landschap. Enorme groene suikerrietvelden, waarvan er enkele in brand stonden. Blijkbaar steken ze hun gewas zelf in de fik, opdat enkel de dikke en suikerrijke stengels blijven staan - althans zo vertelde Jolien me. Deze Jolien is overigens een Belgische uitwisselingsstudente die hier naar de universiteit gaat; wonder boven wonder kent ze het dorp (zeg gerust gat) Emblem en de familie Vantomme. Daarvoor moet je dan naar het andere eind van de wereld. De rest van het landschap bestond uit al dan niet begroeide bergen, rotsen en hier en daar een rivier of waterval.

Otuzco zelf was niet echt het summum van schoonheid te noemen. De stad is een stuk armer dan Trujillo, en dat was ook te zien aan de huizen, hoewel de traditionele bruine daken wel een mooi zicht waren. De grote attractie van de stad, la Virgen de la Puerta, was nu niet echt de moeite waard. Blijkbaar was er ooit een beeld van de Maagd verschenen tijdens een veldslag of zo... Een "vriendelijke" maar onwelgekomen dame heeft het mij en Jolien gedurende de busrit uitgelegd maar we waren niet echt geinteresseerd in religieuze onzin.

Na een wandeling omhoog en een zeer korte en lichte regenbui kwamen we een plaatselijke discotheek tegen (om 3 uur 's namiddags of zo), waar we terstond binnentraden, enkele flesjes bier bestelden (vooral de gastbroers vonden dit een topidee) en een dansje waagden. Gelukkig was kunnen dansen niet echt een vereiste: zelfs ik werd niet uitgelachen. Hierna gingen we terug met de bus naar Trujillo, waarna we nog ergens een stukje overheerlijke taart gingen eten.

Zondag ging ik met de familie - Papa Carlos, mama Julvia, broer Carlos, zus Karla en nichtje Brissetth (dochter van Karla) naar het Regionale Feest van de Aardbei. Daar was nu werkelijk niets te beleven buiten aardbeien eten en een pintje drinken. Er speelde wel een orkestje maar dat leverde geen sfeer op.

Na een korte poos hier te verblijven vertrokken we om ergens middag te eten. Papa Carlos vroeg me of ik zin had om eens Cuy te eten. Uiteraard had ik wel zin om dit te proberen. Dus toen at ik cavia... best lekker als je het mij vraagt, alleen was het nogal plakkerig. Gelukkig werd er geen volledige gefrituurde cavia op mijn bord gelegd, enkel een soort bil of zo. Ik kan best begrijpen dat ze dit eten in Peru, wij eten immers ook konijn, toch?

Overigens is het hier verdomd warm vandaag, zou graag eens naar het strand gaan... Hoe is het ginder?

Zonnige en kwaadaardige groeten,
Luka

vrijdag 24 oktober 2008

Foto's van de eerste dagen, een tikkeltje outdated.

Een snel, kort berichtje: ik heb foto's online gezet. Via de module aan de rechterkant van deze pagina kan u mijn album makkelijk bereiken. U kan de presentatie ook gewoon via deze site bekijken, de link brengt u evenwel betere kwaliteit (lees: grotere foto's) en korte commentaar. Het zou dus een enorme verspilling van mijn werk zijn als u de foto's gewoon hier bekijkt in plaats van mijn textuele begeleiding te lezen. Recentere foto's komen eraan, ik heb nu uitgevogeld hoe dit werkt.

Fijn weekend iedereen!

maandag 20 oktober 2008

¿Fiesta?

Na intussen meer dan een week is het tijd om alles eens op een rijtje te zetten voor jullie, waarde lezers, en voor mezelf.

Rijtje: opstaan, bus nemen, werk, bus terug, eten, bus nemen, Spaanse les, bus terug, thuis.

Opstaan spreekt voor zich, dat doe ik om 7.00. Na een licht ontbijt neem ik de bus - "el micro" genaamd, omdat het een soort prehistorische minibusjes zijn - richting mijn project. Ik werk in een tehuis voor jongens van 6 tot 17 jaar, wezen, achtergelaten kinderen of van wie de ouders niet meer voor ze kunnen zorgen. In Peru blijkt er een groot probleem te bestaan met alcoholverslaafden, o.a. hun kinderen komen in het tehuis terecht. Van 8.00 tot 12.00 werk ik in het tehuis, samen met Annemarije, een Nederlandse die ook via AFS hier is. Ons "werk", de kinderen vermaken, wordt enigszins bemoeilijkt door de vaste medewerkers, die nog in de jaren stilletjes leven. Als kinderen niet luisteren, trek je aan hun oren. Tevens wordt de televisie als het perfecte zoethoudertje gebruikt, buiten spelen liefst niet te veel. Uiteraard worden de jongens daar al eens gek van en proberen te ontsnappen... Ze zijn echter meestal heel lief en vriendelijk voor ons. "Meestal" is het sleutelwoord in de vorige zin.

Het middagmaal in Peru bestaat bijna altijd uit rijst met kip. Soms is een vlees of vis, en meestal nog wel een saus en hier en daar groenten of fruit, maar kip is immens populair hier. Zelfs hotdogworstjes worden hier van kip gemaakt.

De lessen Spaans zijn verschrikkelijk. Gelukkig is het begrip namiddag in Latijns-Amerika relatief: ik en Linde hebben les van 4 tot 6. Ik ken echter al redelijk Spaans en om dan les te krijgen in de trant van: Yo soy, tu eres, el es (Ik ben, jij bent, hij is) is redelijk vervelend, om niet te zeggen oersaai.

Intussen beginnen meer en meer kleine verschilletjes tussen Belgie en Peru me op te vallen. Zo is het typen van dit bericht lastiger dan je zou denken - een soort Spaans Qwerty-toetsenbord waar verschillende letters op een andere plaats staan. Gezien het aangename klimaat hier hebben ze overal enkel glas en ramen die niet helemaal gesloten kunnen worden en dus slecht isoleren. Afwatering in de straten zijn hier onbekend.

Uiteindelijk ben ik aanbeland bij het laatste puntje van dit bericht... ¡Fiesta! Zaterdag gaf een vriend van mijn broer een soort feestje, er was echter amper volk en er waren nog stapels bier over. Dus besloot mijn broer dat we beter ergens anders heen gingen... We hebben zowat de halve stad gezien en zijn menige bedoening binnengestapt, waar ik uiteraard geen bal verstond van wat men mij vertelde gezien mijn gebrekkige kennis van de Spaanse taal, gecombineerd met al te luide muziek. Mijn broer houdt denk ik wel van uitgaan, aangezien we pas rond 5.00 terug thuis waren. Voor de nieuwsgierigen: ook in dit bericht heeft Fonske-censuur ingegrepen.

Hasta la proxima semana,
Luka

zaterdag 11 oktober 2008

Start.

Donderdagochtend bevond zich nog een bende wenende jongedames, vergezeld door onderstaande, op de luchthaven van Zaventem. Omstreeks 11 uur bevond diezelfde groep jonge mensen zich reeds in Madrid (mooie luchthaven trouwens - weldra fotomateriaal). Bij het opstijgen heb ik het mooiste beeld van Belgie gezien dat ik ooit heb meegemaakt, helaas had ik mijn fototoestel niet bij de hand. Onder begeleiding van de geeloranje zonsopgang brak ons vliegtuig door het broze wolkendek... Prachtig

Tijdens de lange reis over de Atlantische Oceaan werden we getraind in de Kunst van het Eeuwige Wachten. Inderdaad, zulk een vlucht duurt verschrikkelijk lang en de afgrijselijke films aan boord zijn eerder een handicap dan een hulp. Gelukkig bood ons vervoersmiddel zelf soelaas - een grappig ding. Geen dertiende rij voor passagiers, motoren van het merk Rolls Royce, en een waarschuwing op de vleugels "Do not walk outside this area". Alsof ik dat van plan was, sukkels...

In Lima was het weer zowaar slechter dan in Belgie: koud en grijs. En donker om 17.30. Gelukkig werden we opgewacht door AFS del Perú en meteen naar onze tijdelijke verblijfplek gebracht. Een smakelijke maaltijd en een weldoende nachtrust werden uitermate geapprecieerd. Daarenboven kwam vrijdag ook de zon een kijkje nemen, als kers op de taart. We werden door AFS ingelicht omtrent typisch Peruviaanse zaken zoals (zeer belangrijk) vals geld herkennen, hygiene, gastronomie (in een notendop: nooit voedsel weigeren) ...

's Avonds namen ik en Linde de bus richting Trujillo, waar we zaterdagochtend werden opgewacht door onze respectievelijke gastfamilies. Ik werd opgevangen door mijn gastbroer Carlos, die even oud is als mij, en werd al snel achterop diens brommer door het Peruviaanse verkeer geloodsd (na het thuis achterlaten van mijn bagage, natuurlijk). In Trujillo is het minder erg dan in Lima, maar ik kan je een ding vertellen over het verkeer in Peru: het is geweldig, maar ik ben blij niet achter het stuur te zitten. Het belangrijkste deel van het vehikel is de toeter, invoegstroken moeten nog uitgevonden worden, rijstroken worden vrolijk genegeerd...

Hoe dan ook, het weer is lekker en het eten zonnig. Hoera.

donderdag 18 september 2008

Here we go!

Om mijn allerliefste vrienden en kennissen (jullie dus) op de hoogte te houden van mijn reilen en zeilen, heb ik dit prachtige weblog opgestart. Nu wordt er waarschijnlijk redelijk luidop gedacht dat ik dit idee heb gestolen van mijn goede vriend Jonas. Ik moet dezen helaas teleurstellen, ik had het idee al langer. Hoe dan ook, mijn online logboek heet Luka Peruvia, "Luka" aangezien dit mijn voornaam is (indien dit u niet bekend was bent u waarschijnlijk op de foute site terechtgekomen, blijf echter toch maar hier, het is hier namelijk warm en gezellig). "Peruvia" is een fantasietje van mij en het valt nog te bezien of dat effectief enige betekenis heeft in welke taal dan ook; in elk geval komt "Peru" er in voor, en dat is het land waar ik heen ga (indien u dit nog niet wist...). Overigens, mocht iemand het in zijn hoofd halen commentaar te uiten op de layout of inhoud van dit blog, dan wordt hij hartelijk aangespoord deze hier neer te pennen waarna de kritiek met veel plezier niet ter harte genomen zal worden.

Ik heb nog ongeveer een maand tijd voor ik vertrek naar Trujillo, een havenstad in Peru. Aldaar zal ik werken in een project om wees- en straatkinderen op te vangen, mijn exacte job blijft echter redelijk onduidelijk tot nu toe, althans voor mij. Ik vertrek op 9 oktober omstreeks 7:55, dus tot dan ben ik bereikbaar in België.

Deze entry is voorlopig lang genoeg. Ik ben namelijk - de aandachtige lezer had dit reeds opgemerkt - nog niet eens vertrokken. Weldra meer informatie. Spannend.